Met de taxi door Mandalay en omgeving

Derde dag Mandalay

Oorspronkelijk was ons idee om vandaag naar Pyin Oo Lwin af te reizen, een mooi stadje niet zo ver van Mandalay met koloniale gebouwen, maar gisteren hoorden we van twee Engelsen die we bij het zwembad tegenkwamen dat dat niet bijzonder veel aan was en dat er nog veel in en om Mandalay zelf te zien was. Dus we besloten een dagtocht met een taxi in en rond Mandalay zelf te maken welke naast de stad ook drie historische stadjes (Amarapura, Sagaing, en Inwa), allen ooit de hoofdstad van Myanmar in een lang verleden, er omheen aandeed.

’s Ochtends vroeg stond de taxi voor ons klaar; voordat we aan de tocht begonnen stopten we nog even bij een geldwisselkantoor. Dit omdat pinnen in Myanmar lang niet overal kan en de enige manier om aan geld te komen is vaak om perfecte, nieuwe, gladgestreken en zonder ook maar enig scheurtje, vouwtje, of kreukje, dollars mee te nemen en te wisselen voor de lokale munteenheid.

Direct daarna gingen we onderweg naar een goudblad makerij, waar flinterdunne (veel dunner dan zilverfolie) plakjes goud worden gemaakt door vele uren met een moker op een stukje goud te slaan.

Het goud dat daar gemaakt wordt kan je vervolgens meenemen naar onze volgende stop, de Mahamuni Paya. De belangrijkste attractie van dit complex is een enorme Budha die al eeuwen lang door mannen (vrouwen mogen niet bij deze Budha komen) vol wordt geplakt met goudblaadjes en door al het goud van slanke Budha is veranderd in een behoorlijk dikke.

Na met de taxichauffeur afgesproken te hebben dat we de hout- en steenbewerkings workshops over te slaan omdat dat soort workshops vaak niet zoveel aan zijn, ookal zitten ze bijna altijd standaard in de tourtjes, hebben we heel veel tempels, heel veel Budha’s, heel veel stupas, en vooral heel veel goud bezocht.

Het is bizar om te zien hoe veel goud overal te zien is, zeker als je ziet hoe weinig het volk zelf heeft. Onze taxichauffeur kreeg bijvoorbeeld na een volle dag taxi rijden met ons slechts 5 dollar betaald van het taxibedrijf. Maargoed, als je heel veel tempels, Budha’s en stupas wilt zien, moet je zeker in Myanmar zijn, want ze zijn echt overal en wij hebben nog nooit zoveel ervan bij elkaar gezien.

De mooiste tempel die we vandaag bezochten vond ik trouwens Umin Thounzeh, een complex in Sagaing met veel verschillende Budhas in rijtjes opgesteld, wat er indrukwekkend uitziet, en een geweldig uitzicht over de stad geeft.

Behalve de vele tempels hebben we in de ochtend ook een klooster bezocht waar elke dag om 10:10 ’s ochtends een ceremonie plaatsvindt waar meer dan 1500 monniken gaan eten. We vonden het een beetje raar om massaal met de vele toeschouwers naar monniken te kijken die gingen eten en spectaculair was het ook niet echt, maar het leverde in ieder geval een paar leuke foto’s op.

Wel interessant was dat onze chauffeur vertelde hoe het werkt met het worden van monnik in Myanmar. Iedere man (tenzij die homo is) moet ten minste een keer in zijn leven monnik worden en vrouwen moeten eens in hun leven non worden. Voordat je monnik of non wordt, wordt in de familie verplicht een traditionele ceremonie gevierd waarbij geld ingezameld wordt voor de nieuw te worden monnik en de hele familie op zijn mooist gekleed gaat, met de jongens vaak als meisje verkleed. De chauffeur vond het verschrikkelijk en is in zijn jeugd een week lang monnik geweest.

Na het klooster reden we naar Inwa, een wel erg toeristisch dorpje waar je met een klein bootje naartoe vaart en vervolgens in ren kleine huifkar een rondje maakt door het dorpje met weer veel tempels, stupa’s (dit keer geen gouden maar stenen, uit een ver verleden) en een teakhouten klooster welke spectaculair zou moeten zijn, maar eigenlijk ons hart niet sneller deed kloppen (wellicht kwam dat ook gedeeltelijk door de extreme hitte met meer dan 35 graden).

Na enige tijd in de auto te hebben rondgereden werden de gebruiken in het verkeer ons trouwens duidelijk. Er zijn geen verkeersborden. Iedereen rijdt kriskras door elkaar en het is belangrijk om als eerste op de plek van bestemming te komen (bussen halen bijvoorbeeld met veel moeite nog een auto in om vervolgens bij een halte een paar minuten stil te gaan staan). Verder, als je inhaalt toeter je zodat degene die je inhaalt weet dat je er langs gaat. Ook als je op een voorrangsweg rijdt (verkeer van rechts heeft geen voorrang en je moet weten dat je op een voorrangsweg rijdt want er staan geen borden om dat aan te geven) en je een kruising nadert, toeter je om aan te geven dat jij voorgaat. Heel logisch allemaal, maar ik vraag me af hoe vaak dit mis gaat.

Na een dag luxe in de taxi langs alle tempels en Budha’s te zijn gereden, reden we naar de laatste stop voordat we naar het hotel terug zouden keren: de U-Bein brug, een wat gammele teakhouten brug in Amarapura, waar we met vele anderen de zonsondergang bij de brug hebben bekeken.

Nadat we weer bij het hotel werden afgezet zijn we weer naar hetzelfde hotel met dakterras als de dag ervoor waar tijdens het eten een traditionele poppenshow werd opgevoerd (die overigens niet spectaculair was maar wel eens leuk om te zien).

Related photos